Ken dyn fryske ferline

De Canon van Friesland is een lijst van 41 onderwerpen (vensters) met daarin
de belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van Friesland. Deze onderwerpen
zijn een hulpmiddel voor het onderwijs in Friesland.

Venster 38

De ruilverkaveling

De invloed van een Fries voorbeelddorp Tweede helft 20e eeuw

"Er is niets wat het aanzien van het Friese platteland de afgelopen tientallen jaren meer heeft veranderd dan de ruilverkavelingen. Fryslân liep landelijk gezien ver voorop. Zo vond de allereerste ruilverkaveling van Nederland plaats op Ameland. En in Rottevalle werd een experiment gedaan, dat later op veel plaatsen werd nagevolgd. Het hele proces van de ruilverkaveling heeft in Fryslân ruim honderd jaar geduurd, ruwweg de hele twintigste eeuw. In de eerste plaats was het vooral bedoeld om de boeren het werken gemakkelijker te maken, maar langzamerhand werd een ruilverkaveling belangrijk voor iedereen in die streek. Vaak werden (landbouw)gebieden helemaal opnieuw ingericht."

Landschappelijke gevolgen schaalvergroting
Het Friese land, vooral de kleistreken en het zuidwesten van de provincie, wordt gekenmerkt door een eeuwenoude verkavelingstructuur. Toeristen zijn er dol op maar boeren vinden het vaak vreselijk, want hoe kun je nu met een moderne trekker op al die kleine stukjes land goed uit de voeten? Na de Tweede Wereldoorlog, toen Nederland weer werd opgebouwd, was de politiek heel erg op de hand van de boeren. De landbouw moest zo rationeel mogelijk worden opgezet en dat hield ook schaalvergroting in. De ruilverkaveling was daartoe het instrument bij uitstek. De losse stukken land van boeren werden samengevoegd tot aaneensluitende blokken. Dit proces had tot gevolg dat veel oudere landschappelijke elementen opgeruimd werden, zoals sloten, houtwallen en oude paden en wegen. Er is dan ook niets wat het Nederlandse platteland de afgelopen zestig jaar meer heeft veranderd dan juist die ruilverkavelingen.

Experiment
In dat proces speelde Friesland in enkele opzichten een voortrekkersrol. In het begin van de eeuw was hier de eerste, toen nog vrijwillige ruilverkaveling van Nederland (die van de Ballumer Mieden op Ameland). In de jaren 1953-1956 werden verder met een experiment in Rottevalle inzichten opgedaan die verder overal in het land zouden worden toegepast en die leidden tot een verbreding van het kader waarin ruilverkavelingen gestalte kregen. Het experiment berustte op in Frankrijk en de Verenigde Staten opgedane ervaringen en hield in dat bij de ruilverkaveling de landbouwvoorlichtingsdienst begon met een intensieve, integrale voorlichting aan boeren en boerinnen en met het opzetten van werktuigcoöperaties en gemeenschappelijke onkruidbestrijding. In Rottevalle deden er dertig boerenfamilies aan mee.

Ruilverkavelingswet
De ruilverkaveling was al voor 1940 begonnen, eerst op vrijwillige basis, maar in 1924 kwam de eerste ruilverkavelingwet tot stand en konden boeren voortaan tot meewerken gedwongen worden. Oorspronkelijk was de ruilverkaveling geheel gericht op de landbouw en betere verdeling van land. Sprekend voorbeeld is wel dat van die boer op Ameland die voor de ruilverkaveling 12 hectare grond had, verdeeld over 269 stukjes land. Na afloop had hij die 12 hectare opnieuw, maar nu verdeeld over vijf percelen. In Friesland heeft voor 1940 maar één (kleine) ruilverkaveling plaatsgevonden, die van Merrie Made in Weststellingwerf (67 hectare). Wel werd er op grote schaal onland tot cultuurgrond gemaakt in de werkverschaffingen, vooral door de Ontginningsmaatschappij De Drie Provinciën.

Centrale Cultuurtechnische Commissie
Na de Tweede Wereldoorlog kwam de zaak goed op gang. Er was door de vernielingen die hadden plaatsgevonden en door het trauma van de Hongerwinter grote behoefte aan goede landbouwgrond. Bovendien zou, zo vond de overkoepelende Centrale Cultuurtechnische Commissie, het aan zijn lot overlaten van het platteland kunnen leiden tot verpaupering en politieke radicalisering daar van de bevolking. Ruilverkaveling werd nu ook gezien als een moderniseringsproces. Zo ontstond de behoefte aan een goede voorlichting, ook aan de boerinnen. Tegelijkertijd speelde hier ook een element van manipulatie vanuit de overheid mee, die zoveel mogelijk kleine boeren wilde saneren. Dat bleek bijvoorbeeld duidelijk bij het stemrecht bij ruilverkavelingen: wie niet opkwam om te stemmen, werd geacht vóór te zijn. Dat stuitte op veel misverstanden en zelfs verzet van met name kleine boeren.

Landinrichtingswet 1985
Rond 1960 begonnen de inzichten bij de beleidsmakers door te dringen dat er bij de ruilverkavelingen meer belangen meespeelden dan alleen de agrarische. Uitgangspunten bij de nieuwe verkavelingen werd het Streekplan, ontwikkeld met op basis van in Rottevalle en Kerkhoven verkregen inzichten. Dat plan gaf richtlijnen voor het toekomstig grondgebruik en combineerde agrarische belangen met infrastructuur, woningbouw, industrie en recreatie.
Nieuw in de ontwikkelingen van de laatste decennia (invoering Landinrichtingswet 1985) is dat het zwaartepunt bij de inrichting van het platteland verder is opgeschoven in de richting van natuurbeheer. Er wordt niet alleen meer gestreefd naar natuurbehoud, maar ook naar het scheppen van nieuwe natuur.

De Kanon op Tsjek!

Besjoch ek de langere kanonklips mei Freerk Smink op

Tsjek tv fan Omrop Fryslân .

Gewoan gek op skiednis

'Gewoan gek op skiednis' is skreaun foar bern fan 9-12 jier dy't gewoan gek binne op skiednis! It boek kostet 14,95 en kin hjir besteld en foar in part besjoen wurde.

 

Frysk Lânboumuseum

De Fryske skiednis eins begjint mei de komst fan de ko en oant no ta is de lânbou noch hieltiid fan grut belang foar ús provinsje. Yn it Frysk Lânboumuseum kinst alles fine oer dy libbendige skiednis fan de lânbou.
www.frysklanboumuseum.nl

Aanvullend materiaal over venster 38

vertakkingen

Primair Onderwijs:
Verschillende soorten landschap; Van veel kleine boeren naar nog maar weinig grote boeren; Natuurbescherming.

Voortgezet Onderwijs:
Gevolgen grootschaligheid; Relatie infrastructuur, woningbouw, industrie en recreatie; Natuurbeheer, natuurbescherming (nieuwe natuur); Van plattelandscultuur naar cultuurlandschap.

lesmethodes

Voortgezet Onderwijs:
Indigo Havo/VWO: deel 3, 5.4 Bestuur en besluit.

musea (er op uit)

Verkavelde en niet verkavelde landschappen in de regio; Excursie Fryske Gea (bijvoorbeeld varen over de Linde); Fries Landbouw Museum - Earnewâld.

literatuur

Kneedbaar landschap, kneedbaar volk (Andela, 2000); Op weg naar een nieuw cultuurpatroon (Bergsma, 1963); Romte (Hoepman, 2006); Geen kinderwerk (Holsbrink, 1993); Cultuurtechnische ontwikkelingen in de Friese Wouden na 1918 (Van Der Sluis, 1963); Nationaal landschap Zuidwest-Fryslân (Rotterdam, 2009); Boer en landschap in de Noardlike Fryske Wâlden (Den Haag, 2009).