Vorstenheerschappij
De overgang van Friese vrijheid naar vorstenheerschappij werd door sommige Friezen van harte verwelkomd. Daar kon opportunisme in meespelen, maar het kon ook gaan om een keuze uit overtuiging. De overtuiging namelijk dat de Friese vrijheid niets meer opleverde dan interne strijd en dat stabiliteit en vooruitgang alleen van een sterke vorst kon worden verwacht. Een familie die die overtuiging was toegedaan en bovendien enkele mannen van formaat geleverd heeft, is het geslacht Aytta. Boven alles uit steekt de imposante figuur van Viglius (1507-1577), een topjurist en topdiplomaat, die buiten Friesland carrière gemaakt heeft, maar toch zijn leven lang verbonden is gebleven met zijn Friese patria. Minder bekend, maar ook hoog opgeklommen in de vorstendienst, is zijn oom Bucho (1465-1528). Samen omspannen ze bijna heel het tijdperk van vorstenheerschappij in Friesland.
Bucho Aytta
De Aytta’s waren een familie van eigenerfde boeren uit de omgeving ten zuiden van Leeuwarden. Nog altijd is de naam Aytta-state verbonden aan de plaats Swichum, waar Bucho Aytta is geboren. Nadat hij aan de universiteit in Leuven een graad in de rechten had behaald, koos hij voor een carrière als geestelijke. In 1499 benoemde de nieuwe machthebber hertog Albrecht van Saksen Bucho, op dat moment pastoor van Huizum, tot raadsheer van het hofgerecht, de nieuw ingesteld hoogste rechtsinstantie van Friesland. Een jaar later brak een grote opstand uit tegen het Saksische gezag. Bucho was een van de raadsheren die trouw bleven aan de Saksische heer. Na het neerslaan van de opstand werd hij ook opgenomen in de Hoge Raad, het hoogste bestuurscollege van Friesland. Al snel werd hij nu uitgezonden voor diplomatieke missies, tot aan Gent en Calais. In 1515 trad hij in dienst van Karel V, de nieuwe Habsburgse landsheer van Friesland, die hij bijstond bij het vestigen van zijn gezag in dit balsturige gebied. De beloning bleef niet uit: hij werd nu benoemd tot raadsheer in het Hof van Holland. Zo werd hij de eerste Fries die carrière zou maken in Den Haag.
Viglius Aytta
Viglius (eigenlijk Wigle) was een zoon van Bucho’s broer Folkert. Hoewel hij de toenaam Zuichemus zou kiezen, is hij niet in Swichum geboren, maar in Barrahuis onder Wirdum. Al jong werd hij door zijn oom in huis genomen. Die stippelde ook zijn studiepad uit. Als vermaard jurist, bovendien intimus van de grote humanist Erasmus, bouwde Viglius vanaf 1534 aan een carrière in Duitsland, waar hij verscheidene ambten bekleedde. Acht jaar later nam Karel V hem in dienst. Dat was het begin van een steile carrière, die hem op de allerhoogste ambtelijke posities van de Nederlanden bracht: president van de Geheime Raad en president van de Raad van State. Daarmee was hij een soort minister-president van de Nederlanden, met Brussel als residentie. Als zodanig maakte hij nog het begin mee van de opstand tegen het bewind van Filips II (de Tachtigjarige Oorlog), waar ook Friesland aan meedeed. Hoeveel moeite Viglius ook had met vooral het optreden van de hertog van Alva, tot aan zijn dood in 1577 is hij trouw gebleven aan de koning. Sinds het begin van de jaren vijftig heeft hij zijn best gedaan om Friesland zo stevig mogelijk aan het Habsburgse gezag te binden, vooral door leden van zijn familie hier aan belangrijke ambten te helpen.In 1580 is in Friesland een eind gekomen aan de heerschappij van Filips II en daarmee – na ruim tachtig jaar – ook aan de vorstenheerschappij. Het zal duidelijk zijn dat dit beslist niet aan de Aytta’s heeft gelegen.