'Mister Fryslân'
Als iemand het heeft verdiend om ‘Mister Fryslân’ genoemd te worden, dan is het wel Joost Hiddes Halbertsma. Hij stelde in de eerste helft van de negentiende eeuw voor Friesland de agenda op van wat er gedaan moest worden om een volwassen Friese cultuur tot stand te brengen. Zelf zette hij al van alles op touw – te veel om zelf voor elkaar te krijgen – en de mensen van de Friese beweging zouden Halbertsma’s agenda in de negentiende en de twintigste eeuw voor een groot deel uitvoeren.
Belangstelling voor cultuur
Halbertsma was niet de enige met dergelijke ideeën. Overal in Europa waren er rond 1800 geleerden die belangstelling begonnen te krijgen voor de cultuur van hun eigen streek of land. Ze meenden dat in het proces van modernisering hun eigen cultuur teloor zou gaan. In deze tijd kregen de natiestaten van Europa vorm en nu stelden deze geleerden een agenda op om te bewaren wat nog van hun zogenaamd eigen oude nationale cultuur was te redden: taal, volksgebruiken, sprookjes en dergelijke. In werkelijkheid ging het hier om het tot stand brengen van nieuwe nationalistische culturen waar de burgers van de natiestaten zich mee konden identificeren en die zodoende het cement vormden van de natiestaat.
Rimen en Teltsjes
Joost Halbertsma werd geboren in Grou in 1789. Hij was de oudste van vier jongens uit een kleinburgerlijk menistenmilieu. Met twee van die broers, Tjalling en Eeltje, schreef hij de Lapekoer fan Gabe Skroar. Dat in 1822 gepubliceerde boekje maakte later de kern uit van de grootste klassieker uit de Friese literatuur: de Rimen en Teltsjes, een echt volksboek. De broers maakten deel uit van een hele generatie schrijvers in het Fries die rond diezelfde jaren twintig debuteerden. Het was het begin van een Nieuwfriese literatuur die in de loop van de tijd steeds volwassener en autonomer zou worden.
Halbertsma als geleerde
Joost Halbertsma was in Friesland een initiator niet alleen op literair gebied, maar veel meer nog als geleerde. Hij onderhield contacten met Europese geleerden als de vermaarde sprookjesverzamelaar en schrijver van het Deutsches Wörterbuch, Jacob Grimm in Duitsland. Halbertsma had een grote volkskundige belangstelling – ook wat betreft streken buiten Friesland – en verzamelde in het Friese veld, maar las ook buitenlandse wetenschappelijke literatuur om zo te kunnen bepalen wat nu typisch Fries was en wat niet en hoe de oude Friezen aan de oorsprong gestaan hadden van moderne naties als de Engelse en de Amerikaanse.
Wurdboek fan de Fryske taal
Datzelfde deed hij ook met de taal. Hij was de eerste die pogingen in het werk stelde om een wetenschappelijk Fries woordenboek samen te stellen. Uiteindelijk kwam hij niet verder dan de letter F, maar na zijn dood maakten mensen als de schrijver Waling Dijkstra zijn werk af en nog weer later stelde de Fryske Akademy het ‘Grut Frysk Wurdboek’ samen. Ook verzamelde Joost Halbertsma allerlei voorwerpen waarvan hij dacht dat ze typisch Fries waren. Aan het eind van zijn leven deed hij dit ‘Oudheidkundig Kabinet’ over aan de provincie Friesland. Zijn collectie vormde de basis voor het huidige Fries Museum.
Onderdeel van de Nederlandse cultuur
Natuurlijk stond Joost Halbertsma niet alleen, ook andere particulieren en verenigingen gaven zich over aan een deel van dergelijke initiatieven, maar niemand anders was zo ambitieus, zo volledig en zo breed georiënteerd als Joost Halbertsma. Het bijzondere van het cultureel nationalisme in Friesland was dat het tot stand kwam in een groter staatsverband. Het was niet de bedoeling om Friesland buiten de Nederlandse staat en cultuur te houden. Integendeel, het uitgangspunt was eerder dat de Friese cultuur een samenstellend onderdeel en een aanwinst zou zijn van de omvattende Nederlandse cultuur.