Ken dyn fryske ferline

De Canon van Friesland is een lijst van 41 onderwerpen (vensters) met daarin
de belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van Friesland. Deze onderwerpen
zijn een hulpmiddel voor het onderwijs in Friesland.

Venster 28

Boter

De Friese AEX-index 0-nu

"‘Hoogmoed komt voor de val’. Dat spreekwoord is goed van toepassing op ‘het Friese goud’. Het Friese goud, dat is boter. Al vanaf de Middeleeuwen was boter een bekend Fries product dat naar het buitenland werd verkocht. Halverwege de negentiende eeuw werd er zoveel boter voor zulke goede prijzen verkocht, dat de Friese boeren er grof geld mee verdienden. Maar die vette winsten maakten de boeren ook lui, en zij zagen niet in dat zij bij de tijd moesten blijven om de strijd met het buitenland aan te kunnen. Daar waren al echte zuivelfabrieken in bedrijf en zo ver was Fryslân nog niet. Snel werden er melkfabrieken gebouwd en zo konden de Friese boeren hun producten weer verder exporteren. Nu nog steeds worden de meeste producten van Friese melk verkocht aan het buitenland."

'Het Friese goud'
‘Bûter, brea en griene tsiis, wa dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries’. Met dit sjibbolet probeerde, naar men zegt, Grote Pier in de zestiende eeuw goede Friezen en foute niet-Friezen van elkaar te onderscheiden. Wie de namen van deze Friese consumptieartikelen (‘boter, brood en groene kaas’) niet goed kon uitspreken, werd zonder pardon overboord gesmeten of een kopje kleiner gemaakt. Friesland stond bekend om zijn boter, op veel betere manieren. Het was al vanaf de Middeleeuwen een beeldbepalend exportartikel. De prijs van dit ‘Friese goud’, zoals het ook wel werd genoemd, is een soort van AEX-index in de economische geschiedenis van de provincie. Ze bereikte in de negentiende eeuw een hausse.

'Champagnejaren'
Gevoegd onder het Koninkrijk der Nederlanden (1813) was Friesland in steeds sterkere mate uitgegroeid tot een landbouwprovincie aan de rand van Nederland. Het moest het grotendeels hebben van de productie en export van zuivel (boter en kaas), vee, aardappelen en graan. De vroeger bloeiende nijverheid en de scheepvaart bleven daarbij nu achter. Dat was niet steeds nadelig. Na enkele zware crises in de eerste helft van de negentiende eeuw, beleefde deze agrarische economie na 1850 juist dankzij de boter een geweldige bloei. Men spreekt wel van ‘champagnejaren’.

‘Tuin van Londen’
Ook al in de tijd van de Republiek exporteerde Friesland met name boter en kaas naar het buitenland. Toen was de uitvoer nog via de Hollandse tussenhandel gegaan. Vanaf 1780 verkochten Friese kooplui hun waar echter direct vanuit Harlingen naar Londen. Zo populair werd de Friese boter onder de Engelse elite en zozeer groeide daardoor deze export, dat Friesland in de negentiende eeuw een ‘tuin van Londen’ genoemd werd. De Londense notering van de boter bepaalde de marktprijs en daarmee vanzelfsprekend ook de welvaart van de Friese boer.

Industrieel geproduceerd
Door allerlei oorzaken bleek dit succes fragiel. Uit winstbejag begonnen sommige boterhandelaren en boeren met de boter te knoeien, bijvoorbeeld door slechte en goede partijen door elkaar te mengen. Even belangrijk was dat de traditionele Friese productiewijze op den duur niet volstond om de concurrentie de baas te blijven. In Friesland werd de boter tot aan de jaren tachtig van de negentiende eeuw door de boerinnen zelf gemaakt. In het buitenland, bijvoorbeeld in Denemarken, werd al vanaf ongeveer 1830 succesvol geëxperimenteerd met meer industriële methodes. Waar elders wetenschappelijke kennis de plaats innam van overgeleverde ervaring, hielden de Friezen, gestimuleerd door hun succes, toen te lang vast aan hun tradities. Een mooi voorbeeld is dat Friese boerinnen liever met hun gevoelige vingers de temperatuur van de melk bleven meten, terwijl in het buitenland daarvoor thermometers werden gebruikt. Ook werd in Friesland de boterproductie relatief laat overgeheveld van de boerderij naar de fabriek. Dankzij mechanisatie van de productie en een betere beheersing van de omstandigheden (op goedkopere wijze), konden met name de Denen een kwalitatief hoogstaander product maken. Tenslotte had boter ook te duchten van de opkomst van een nieuw product, namelijk de industrieel geproduceerde margarine.

Zuivelschool
Maar schade en schande zijn goede leermeesters. In 1889 stelde de Friese landbouworganisatie, de Friese Maatschappij voor Landbouw, een zuivelconsulent aan en richtte ze ook, in Bolsward, een zuivelschool op waar fabriekspersoneel en boeren nieuwe kennis konden opdoen. De zuivelfabrieken raakten snel geaccepteerd en werden ook vaak opgericht door coöperaties van boeren. In 1896 waren het er al 87, waarvan 44 coöperatief.

Multinationals
De eerste zuivelfabriek in Friesland (en de derde in Nederland) was Freia in Veenwouden (1879), die na zijn sluiting werd overgebracht naar het Openluchtmuseum in Arnhem. Want ook deze fase ging voorbij. Tegenwoordig kent Friesland nog slechts enkele zuivelfabrieken – maar daarbij zijn dan wel multinationale reuzen als Friesland Dairy Foods – en wordt van alle door Friese koeien geproduceerde melk nog slecht 0.9 % gebruikt om boter van te maken.

De Kanon op Tsjek!

Besjoch ek de langere kanonklips mei Freerk Smink op

Tsjek tv fan Omrop Fryslân .

Gewoan gek op skiednis

'Gewoan gek op skiednis' is skreaun foar bern fan 9-12 jier dy't gewoan gek binne op skiednis! It boek kostet 14,95 en kin hjir besteld en foar in part besjoen wurde.

 

Frysk Lânboumuseum

De Fryske skiednis eins begjint mei de komst fan de ko en oant no ta is de lânbou noch hieltiid fan grut belang foar ús provinsje. Yn it Frysk Lânboumuseum kinst alles fine oer dy libbendige skiednis fan de lânbou.
www.frysklanboumuseum.nl

Aanvullend materiaal over venster 28

vertakkingen

Primair Onderwijs:
Het maken van boter en kaas; De overgang van thuiswerk naar het ontstaan van de zuivelfabrieken.

Voortgezet Onderwijs:
Industrialisatie en de gevolgen ervan; De rol van de export uit Friesland.

lesmethodes

Voortgezet Onderwijs:
Indigo Havo/VWO: deel 3, 6.4 De wereldeconomie.

musea (er op uit)

video's

Kaas (Zapp); Kaas (Schooltv); Kaas maken (Schooltv); Koeien staan winters op stal (Schooltv); Lêste tsizen út Dronryp (Omrop Fryslân); Melk (Schooltv); Melk, de witte motor; Melkkoe (Schooltv); Mijn beessie is een koe (Schooltv).

literatuur

Hollandser dan kaas (Elpers, 2009); Frico: van exportvereniging tot kaasmerk, 1898-2007 (Jacobs & Schaafsma, 2007); Stoomzuivelfabriek Freia en de ontwikkelingen in de Nederlandse zuivelindustrie, 1850-1970 (Lunenborg, 1992); Yn en om it bûterfabryk: suvel yn'e tweintichste ieu (Mulder, 2004); Geschiedenis van de Friese landbouw (Spahr Van Der Hoek & Postma, 1952).