Aanvankelijk werden ze gehuisvest in een inderhaast opgericht tentenkamp op het erf van boer Sjoerd de Viers in Harich (zie foto boven). Op 8 en 9 oktober werd nog een groep Belgen overgebracht naar Kamp Gaasterland die onderdak kreeg in de steenfabriek van Rijs en verder in de school en diverse schuren in het dorp Sondel. In de dorpen Nijemirdum, Oudemirdum en Bakhuizen werd plaats gevonden bij particulieren.
Gevluchte Belgen werden in Balk onder andere opgevangen in de Christelijke Lagere School. Op bovenstaande foto een aantal schoolkinderen met Belgische militairen voor de school. (Foto: Ruben Betsema)
Op 27 oktober arriveerde de laatste groep van 300 man; zij werden ingekwartierd in Balk. Tegelijk met de Belgische mannen kwamen ook veel vrouwen en kinderen op zoek naar hun vaders en echtgenoten. Ook zij kregen onderdak in Gaasterland. In het dorp Bakhuizen werden 600 personen gehuisvest, het merendeel bij particulieren. Tweehonderd van hen werden ondergebracht in de oude katholieke kerk waar men de banken uit had gesloopt. De overheid zorgde voor kribben en door middel van een gaarkeuken voor het eten.
Je zou kunnen denken dat de komst van de Belgen in Gaasterland toch wel een cultuurschok moet hebben veroorzaakt, maar in de praktijk viel dat erg mee. Veel Gaasterlanders bewaarden jaren later nog steeds positieve herinneringen aan die tijd.
Na de wapenstilstand van 11 november 1918 keerden de laatste Belgen met stille trom terug naar hun vaderland. Maar in Gaasterland werd nog jaren nagepraat over de grote Belgische invasie.
Bronnen:
Fryslân. Historisch Tijdschrift. De Eerste Wereldoorlog en Friesland.
http://www.wereldoorlog1418.nl/vluchtelingen/kamp-gaasterland/index.htm
http://www.langsdeluts.nl/A%20007%20Belgische%20vluchtelingen.html